1
Controleer voor gebruik de luchtdruk en gebruik de in de handleiding aangegeven luchtdruk.
2
Luchtbron moet droge, stofvrije gewone perslucht gebruiken. Het is verboden om zuurstof en enig ontvlambaar gas te gebruiken om per ongeluk letsel te voorkomen.
3
Wanneer het spuitpistool wordt gebruikt, wordt de trekker met de hand ingedrukt, zodat de doorgang van de samengeperste lucht eerst wordt geopend, en dan wordt de doorgang van de verfspuitmond geopend. Perslucht stroomt van de buis naar de sproeikop. Op dit moment komt de verf van het verfmondstuk in contact. De verf wordt afgeblazen en op het werkstuk gespoten. Wanneer de trekker wordt losgelaten, wordt de opening van het verfmondstuk goed afgesloten door de uitwerppen en wordt de doorgang van de samengeperste lucht geblokkeerd.
4
Wanneer het spuitpistool wordt gebruikt, wordt de trekker met de hand ingedrukt, zodat de doorgang van de samengeperste lucht eerst wordt geopend, en dan wordt de doorgang van de verfspuitmond geopend. Perslucht stroomt van de buis naar de sproeikop. Op dit moment komt de verf van het verfmondstuk in contact. De verf wordt afgeblazen en op het werkstuk gespoten. Wanneer de trekker wordt losgelaten, wordt de opening van het verfmondstuk goed afgesloten door de uitwerppen en wordt de doorgang van de samengeperste lucht geblokkeerd.
5
Met behulp van de hulpluchtkanalen op de spuitmonden en de verschillende posities van de spuitmonden, kunnen verschillende verfstromen van verschillende vormen worden aangepast.